Op de monitor, bij de winkelmandjes in de supermarkt, zie mezelf altijd binnenlopen, 10 seconden eerder. Een vertrouwd beeld. Als ik ergens mee zit, kijk ik lang in de camera en dan snel naar de monitor, om mezelf in de ogen te zien en te vragen: "Wat wil je, Jogchem?" Dat helpt altijd.

Maar vorige week kwam ik niet in beeld. Was ik te laat? Was dat ding anders afgesteld? Na een halve minuut was Jogchem nog niet verschenen en moest ik doorlopen omdat ik in de weg stond.

Eenmaal bij de kassa, na mijn vaste route door de supermarkt, keek ik nog vluchtig naar de monitor en in een flits zag ik een lange slungel met grote stappen door het beeld lopen. Zo iemand als ik. Een beetje voorover gebogen. Alleen liep hij niet de supermarkt in, maar ging hij naar buiten.

De volgende dag kwam ik weer niet in beeld en zag ik op de monitor weer die lange slungel de supermarkt uit lopen. Hij leek echt op mij. Dat haar. Die jas. Dit keer haaste ik me naar de uitgang om te zien of hij nog op straat was. Niemand. De straatkranten-verkoper, die altijd met zijn hond bij de ingang stond, had ook niemand gezien. "Alleen een mevrouw en die kocht een straatkrant, kijk dit is-"

Vreemd. Misschien was het monitorbeeld 24 uur vertraagd en zag ik mezelf steeds een dag eerder de deur uitlopen. Of... Er was iets vreemders aan de hand. Iets veel vreemder. Zo vreemd dat... dat... Maar goed, ik wist meteen hoe ik mijn onwaarschijnlijke theorie kon toetsen: ik nam me voor om de winkel weer door te lopen, opnieuw af te rekenen en bij het verlaten van de supermarkt mezelf om te draaien en mijn duim omhoog te steken.

Zo doende kwam ik dus voor de tweede keer bij de kassa, met wat extra blikken soep. Ik keek onmiddellijk naar de monitor. Niks. Mijn ogen bleven erop gericht en ik liet me niet afleiden door de vrolijke kassiere die vroeg of ik weer iets was vergeten. Niks op de monitor. Betalen? Ja o.k... Nog niks op de monitor. En ja! Jawel! Daar was ik! Met grote stappen kwam ik in beeld. Ik stond stil, draaide me om en stak triomfantelijk mijn duim omhoog! Ongelofelijk. Ik zag op de monitor hoe ik mijn duim omhoog stak. Of beter gezegd: hoe ik mijn duim omhoog zou steken, 10 seconden later. Nu stond ik nog bij de kassa, hardop te lachen, met mijn portemonnee voor me. "Meneer, u had nog twee cent?" "O ja, alstublieft." En snel liep ik naar de camera, stak mijn duim op en keek nog even naar de kassa waar ik net stond te lachen om wat ik nu deed. Fantastisch...

Sindsdien zie ik mezelf op de monitor altijd 10 seconden in de toekomst en geef ik steeds andere, grappige signalen. Dan maak ik een sprongetje. Dan weer draai ik een rondje. Of ik loop met mijn handen in de lucht. Soms doe ik opeens iets heel anders dan ik me had voorgenomen. Die rare Jogchem...

Maar vanochtend ging het mis. Ik zag mezelf de supermarkt uithuppelen en op de staart trappen van de hond van de straatkranten-verkoper. Het arme dier sprong op van de pijn. Zijn eigenaar schreeuwde en gaf me een duw. Goed dat ik het op de monitor zag. Dat zou me niet overkomen. Rustig liep ik richting de uitgang. Ik keek naar de hond en zette kleine, gecontroleerde stappen. Plotseling werd de hond wakker. Hiet dier keek me strak aan. In zijn ogen zag ik paniek. Hij rolde naar de andere kant van de ingang, precies waar ik hem wilde passeren. Ik week uit naar links en direct zwaaide hij zijn staart naar links, zodat hij de hele doorgang blokkeerde. Daar stond ik, op een been, zoekend naar een plek voor mijn andere been, terwijl de hond razendsnel kronkelend mijn bewegingen volgde en zijn poten, staart en hoofd precies in de weg legde. We wisten allebei wat er aan de hand was, de hond en ik. We wisten dat we het allebei niet zouden opgeven. Maar ik was in het voordeel, want ik kon praten en tegen de straatkranten-verkoper zeggen: "Kun je dat beest alsjeblieft opzij halen?" "Victor, hierrrrr!" riep hij. En jankend schuifelde de hond naar zijn baas, die hem in de hoek duwde. Ik kocht maar een straatkrant, om een beetje goed te maken wat fout had kunnen gaan. Of misschien: wat fout had moeten gaan.

Die camera aan de coffeeshop bewijst dat iedereen really needs coffee & a smokeSmile, you're on candid camera  Nobodyhere, the movie  gelukkig zijn er  overal cameras  gedicht Ik leef met toekomst en verleden / met herinneringen en dromen / daardoor kan het soms wel komen / dat ik vergeet mijn eig'lijk hedenbe leef nattigheid op de winkelvloer is er doodsoorzaak nummer één

zoek nooit geen vers gemopte vloer tussen de stellingen