put
put
Met gebogen hoofd schuifel door de wijk, op zoek naar antwoorden tussen de tegels. Een regenput doorbreekt de stoeprand. Als ik erop stap hoor ik pok! Interessant, hij ligt los. Pok, pok, pok! Dan hoor ik onder me een stem.
He!
Verbaasd buig ik door mijn knieën en roep: Is er iemand, daar beneden?
Hallo daar! antwoordt de meisjesstem.
Wat doe je daar in de put? vraag ik.
Ik? U zit zelf de put! antwoordt ze.
Ik? zeg ik, Ja ik ben wel somber, maar jij zit letterlijk in het riool!
Ze klinkt radeloos: Wat is dit?
Ik roep: Je bent in de war. Wacht, ik ga hulp halen!
en ik ren weg.
Na tien stappen struikel ik bijna over een meisje. Ze zit voorovergebogen op de stoep en schreeuwt in een regenput: U bent zelf in de war en ú heeft hulp nodig! Meneer bent u er nog?


Hey Jogchem..... come and play !  Laten we moed putten, uit woorden in de  Voltooid tegenwoordige tijd 

ik heb geput
jij hebt geput
hij/zij heeft geput
wij hebben geput
jullie hebben geput
zij hebben geput

Zo zie je, als putgenoot ben je zelden alleen. Een putgenootschap zou op zich geen slecht idee zijn. Met voor elke deelnemer een putpas en een putpen als welkomsgeschenk. Samen putpret maken en wanneer nodig ook pittige putprut delen, dat hoort er natuurlijk ook bij. 

Geen opperputter of putpief, maar gelijkwaardig putmaatschap om verputtering te voorkomen.